In 1844 emigreerde een Engelse dokter genaamd Christopher Rawson Penfold samen met zijn vrouw Mary naar Australië om daar zijn uit Frankrijk verkregen wijnstoken te planten op Magill Estate. De reden hiervoor was niet om de beste wijn van Australië te maken, maar om een middel te vinden tegen bloedarmoede. Christopher geloofde in de medicinale werking van wijn en gebruikte dit in zijn huisartsenpraktijk die in reputatie toe nam. De vraag naar wijn nam tevens toe en Mary (die verantwoordelijk was voor de winery) focuste zich op de productie van versterkte wijnen. In 1884 produceerde het bedrijf een derde van de Zuid-Australische wijn en twintig jaar later was Penfolds het grootste wijnhuis van Australië.